viel op te hangen. Zo maakte ze Vader Franciscus geregeld tot stichter van een godsdienst in plaats van een orde, omdat ze natuurlik de bepaalde betekenis van ons gewone woord religieus niet eens kent. Die term orde wist evenmin Christine Doorman te vinden, die in haar bewerking van 't vegetaries boek ‘De Heiligen en de Dieren’ waarschijnlik onder invloed van de moderne vakorganisatie de Franciskanerorde aanduidt als de bond van Minderbroeders. En 't ergst maakt het de overvruchtbare vertaalster van William James' beroemde ‘Varieties’, door het elementair woord stigma weer te geven met... brandmerk!
Veel ernstiger dan deze vormkwestie is de beschouwing van Sint Frans' persoonlikheid in verhouding tot Christus. Ik moest aan de academie nog uit de onmisbare handboeken van Jonckbloet, Verwijs en Wijnne leren, dat de heilige 't leven van de Messias had geparodieerd. Deze uitdrukking, met krasse woorden van de hooggeleerde schrijvers aangedikt, was een plagiaat - wat was een jaar of wat geleden aan onze universiteiten niet made in Germany? - van Gervinus, maar tenslotte weer een echo van Luther, immers doodsbang voor heiligen, die God in 't licht zouden staan, biezonder voor onze middeleeuwse hervormer, waartegen de zestiendeeuwse geweldig uitpakte.
Intussen is 't Protestantisme zó vlot ‘ontwikkeld’, dat dezelfde Hase, door Bolland tegen Rome geëxploiteerd, zijn gunstige invloed algemeen op de waardering van Franciscus - nu liever door onroomsen geannexeerd dan bestreden - liet gelden via Renan en Sabatier, want ook hier past de regel, dat Duitse denkbeelden in Franse voorstelling de wereld beheersen. De omkeer blijkt al te radikaal, sinds de stichter van de Vrije Gemeente waarachtig de Arme van Assisi en zijn Goddelike Meester vergeleek als twee ‘godsdienstige genieën’, die elkaar niet kunnen nadoen om hun oorspronkelikheid, en niet tevreden dus Franciscus onafhankelik van Christus te hebben gemaakt, zelfs ‘zijn levens- en wereldvreugde breeder en ruimer’ dan die van de Godmens noemde. Hoe hemelwijd staan zulke godslasteringen af van 't paradox, maar orthodox werk over de gelijkvormigheid van Franciscus met Jezus, dat Luthers verontwaardiging opwekte! Me dunkt, ieder bewust Katholiek en met name ieder Franciskaan zou, als hij tussen de Franciscusvijand Luther en de Franciscusvriend Hugenholtz te kiezen had, beslist stemmen voor Luther, zolang van elke navolger van Christus geldt wat het Evangelie zegt van de Voorloper: ‘Hij was niet het Licht, maar om te getuigen van het Licht’.
G.B.