hem kan kwaadwilligheid van vijanden, die voor niets terug deinzen, of ligtzinnigheid van quasi-vrienden, die eens vriends naam en toekomst om eene aardigheid prijs geven, zoo licht het vermoeden opwekken, dat zijne rijkunst veel te wenschen overlaat, dat hij althans voor pikeur niet deugt.
Nu weet ik wel, dat ik geene vijanden heb, vooral niet dezulken die mij beliegen en belasteren; en ik kan ook niet aannemen dat ik met vrienden zou gezegend zijn, die zoo... ik zal maar zeggen zonderling met mij omspringen; maar ik acht het toch in het belang van mijne akademische lessen en om enkele andere redenen noodzakelijk, mij niet aan zoodanig vermoeden bloot te stellen.
Daarom meen ik dat thans de tijd is gekomen om het tot rijpheid gebrachte plan te verwezenlijken. Twaalf jaren van studie, twaalf jaren van niet zonder voldoening gegeven onderwijs, schijnen mij toe waarborgen van genoegzame voorbereiding op te leveren, en mij voor de beschuldiging van lichtvaardigheid, ten minste a priori, vrij te waren.
En daar nu dit werk al den tijd en al de krachten zal vorderen die mijne ambtsbezigheden mij laten, kunt gij begrijpen, dat er voor de uitgave van taalmonumenten, voor omvangrijke litteraire studie, die zeer veel tijd kost, geene ruimte meer is.
Ik kan dit terrein verlaten met een gerust geweten en niet zonder eenige zelfvoldoening. Het heeft sedert wij het tamelijk braak vonden nog al eenige verandering, en ik durf zeggen verbetering ondergaan. De liefhebberij is in wetenschappelijke studie veranderd; het kinderlijk opvijzelen van berijmde kronijken heeft plaats gemaakt voor waardering van poëzie. Tot die verandering heb ik mede helpen opwekken: de verdere ontginning kan aan andere handen worden overgelaten.
Ik mag, ik kan dit studieveld echter niet verlaten zonder U in het openbaar te danken voor de zedelijke en stoffelijke opwekking, ondersteuning, medewerking en hulp, die ik bij