gegeven aan een duurzaam, stevig getuigenis van Vlaams leven op vreemde bodem. Niet alleen is zij daarbij de vele medewerkers indachtig die, ten koste van heel wat nooit vergoede en al te dikwijls nachtelijke uren, aan de nimmer voltooide bouw ervan heeft gewerkt. Zij denkt tevens aan de talrijke, trouwe lezerskring zonder dewelke het tijdschrift nooit de graad van standvastigheid en degelijkheid had kunnen bereiken die nu zijn rechtmatige fierheid is en een waarborg voor de toekomst welke, dank zij zulke grondslagen, met vertrouwen wordt aanvaard.
Tevens heeft de redactie, wanneer zij zich bezon op het verleden, niet alle andere uitingen van Vlaamse cultuur over het hoofd gezien, die naast en soms, wie weet, dank zij Band in de loop der jaren ontloken. Dit is de reden waarom de lezer in dit nummer een extrabijdrage vindt gewijd aan een bibliografisch overzicht van de in het Nederlands gestelde werken over Kongo. Het is, naar ons weten, de eerste maal dat een dergelijke poging tot het opstellen van een zo uitgebreid en up-to-date inventaris in onze eigen taal werd ondernomen. Het belang van dit opzet zal dan ook niet ontsnappen aan wie van enigszins nabij begaan is met de Vlaamse letteren op Afrikaanse bodem.
Band heeft het genoegen dit bibliografisch werkje, samen met zijn beste wensen, als een kleine kerst-attentie aan zijn lezers voor te leggen.
BAND.