de wettelijke uitoefening van een recht erkende. Beroep doen op de traditie staat ten andere gelijk met het wegruimen van iedere kans op vooruitgang: als men van dergelijke praemisse uitgaat, is elke verdere discussie overbodig.
Willen de Vlamingen in Kongo (of zijn we dan geen staatsburgers meer van België? en moeten we geen belastingen meer betalen? geen dienstplicht meer doen?) hun rechten gewaarborgd weten zoals dat gedrukt en geschreven staat in de Belgische Grondwet en in artikel 3 der Koloniale Keure: dan kunnen ze zich niet meer tevreden stellen met 'n lang gedulde vreedzame ontwikkeling van de taalgelijkheid en taaleerbied, ontwikkeling die ten andere wel afgebroken schijnt te zijn wegens de inactiviteit van de Wetgever zelf.
Het blijkt wel dat de Wetgevende macht zich bewust was - in 1908 - van een mogelijk gebrek aan welwillendheid (en dat gebrek of negatieve houding kon toen enkel voorzien worden in hoofde van de staatsambtenaren en rechters van Franse moedertaal) vermits de Wetgever toen oplegde: ‘met het doel de Belgen in Kongo een GELIJKE bescherming te verzekeren als in België, zullen decreten uitgevaardigd worden uiterlijk binnen de vijf jaar na afkondiging van deze wet’ en uitdrukkelijk was er ook voorzien het gebruik der nationale talen.
Het was toen 1908. En waarom de Wetgevende Macht haar woord nog niet gehouden heeft (de belofte is meer dan veertig jaar oud) begrijpen we nu nog niet.
De Belgische staatsburgers van Nederlandse taal hebben hier in Kongo het bewijs gegeven van veel geduld en welwillend begrijpen, maar niet de anderen.
Dit verzoekschrift heeft derhalve als doel: te bekomen dat ons geduld en onze welwillendheid beloond worde, want we willen niet meer als minderwaardige staatsonderdanen aanzien worden, en deswegen willen we bekomen dat de Wetgevende Macht het nodige doe opdat haar ‘ouwe’ belofte in uitvoering gesteld worde in zake taaleerbied en taalgelijkheid in bestuurszaken en voor onze natuurlijke Rechters.
We vragen derhalve de wettelijke waarborgen die ons beloofd werden in 1908.
Stanleystad, 22 April 1956.
Namens de Vlaamse Vriendenkring:
Meester A. De Witte, erevoorzitter-stichter,
M. Em. Wildiers, voorzitter.
G. Van Paepeghem, ondervoorzitter,
L. Poelmans, ondervoorzitter,