Band. Jaargang 14

[p. 144]

Verlangen naar sneeuw

Vrieswind, ijsgang, en sneeuw,
ik ijl u achterna,
alleen in de nacht van de boot,
in het donker van Kigoma.

Soms schrik ik voor de kreet
van een dier in de koorts van de slaap,
voor het scheurend gesis van de slang,
voor de puntige naald van haar beet.

Soms schrik ik op voor de stem
in mij, voor de dood wit als ivoor,
voor de koude gil van de negervrouw,
voor de mensen blind als fosfoor.

Soms schrik ik op voor het brandend wier
in de luide schuimval van de rivier,
voor het schot, voor de buit, voor het morgenrood,
voor de sneeuw, voor het ijs, voor de slaap:
het koele kristal van de dood.

Pieter Geert Buckinx.

[p. *115]