Band. Jaargang 14(1955)– [tijdschrift] Band– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 142] [p. 142] Nieuwe verzen Kivumeer Langs het oeverbos, aan het morgenmeer drijft de boot door een mist van fluweel. Een vogel scheert over 't watervlak, een kreet als een gil in de keel. Het bergpad langs sluipt de negervrouw geluidloos en bang als een dier. Wij roeien traag door het roomzachte schuim midden watergroen en wier. Dan splijt de zon de mist van fluweel: een waaier van kleuren: purper en grijs en helrood, als het eerste licht in de slapende dauw van het paradijs. Pieter Geert Buckinx Vorige Volgende