Band. Jaargang 13
(1954)– [tijdschrift] Band– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina t.o. 109]
| |
[pagina 109]
| |
Bayaka-beeldje.
Men heeft lang gedacht dat het dier maar een secondaire rol speelde in de primitieve plastische kunst van Belgisch-Kongo. Een langere ervaring en het verzamelen van duizende collectiestukken hebben daaromtrent onze zienswijze gewijzigd, zodat wij er ons vlug bewust van werden dat het voorstellen van dieren niet zo zeldzaam was, en zelfs in zekere kunstactiviteiten vaak voorkomt. Dat de primitieven zich vooral aan de voorstelling van de menselijke figuur hebben toegewijd is gemakkelijk te begrijpen. Meestal hebben zij anthropomorphische geesten of voorouders voorgesteld. Het menselijk wezen is trouwens datgene, dat de kunstenaar het meest onder de ogen heeft en waarover hij het best zijn ingeving zal kunnen laten spreken. Naargelang de streek waarvan wij de kunst bestuderen, zal het dier onafhankelijk behandeld worden of in functie van een ander onderwerp, i.a.w. als decoratief element. In het Mayombe-gebied kennen wij talrijke fetisjen, met spijkers beplant, die een hond voorstellen. Deze fetisjen worden gebruikt om een boze geest te werpen op iemand aan wie men kwaad wil en om deze zodoende te doden. In het Kwangogebied, waar de Ba-Yaka en de Ba-Pende leven, stelt men vooral apen, luipaarden of runderen voor; zij bekronen meestal de Ba-Yaka-maskers, of versieren de Ba-Tshoke-stoelen. Het gebeurt zelfs vaak dat de Ba-Yaka maskers dragen die een dierenkop voorstellen. In het Kasaigebied, bij de Ba-Kuba en de andere omliggende volkeren is het dier meestal, zoals in het Neder-Kongogebied, onafhankelijk gebruikt, d.w.z. dat het niet als decoratief element behandeld wordt. Het ‘Itombwa’ b.v. is een magisch voorwerp dat bestemd is om ziekten te identificeren of om een misdadiger te ontdekken. Dit voorwerp heeft dikwijls de vorm van een viervoeter, die moeilijk te herkennen is en die waarschijnlijk een luipaard of een civetkat voorstelt. Behalve deze onafhankelijke diervoorstellingen versieren de Ba-Kuba ook enkele hunner kunstwerken met dierenmotieven, nl. het zo merkwaardig ‘mutu chembe’ diertje dat een zekere faam geniet. Het gebeurt ook nogal vaak dat op de Ba-Kubabeelden, die een koning voorstellen, een papegaai of een andere vogel op het voorste deel van de sokkel voorgesteld worden. | |
[pagina 110]
| |
Bij de Wa-Rega van de Provincie Kivu, is de voorstelling van dieren in ivoor menigvuldig. Het zijn vooral de kruipdieren die de voorkeur krijgen. De slang is trouwens zeer natuurgetrouw weergegeven. Bij de A-Zande van het Noord-Oosten van Belgisch Kongo dient het dier als decoratief element vooral voor de tam-tams. Deze laatsten zijn trapezoïdaal en staan op vier voeten. De handvatsels stellen het hoofd en de staart van een antiloop voor. Hoogstwaarschijnlijk heeft deze dierenvorm tot doel aan de tam-tam een magische kracht te geven. In het Noord-Westen van Belgisch-Kongo bestaan zoomorphische beelden die vooral viervoeters voorstellen, en sarcophagen onder vorm van een garnaal of een kreeft. Dit alles betreft slechts de ‘primitieve’ kunst van Belgisch Kongo, maar er bestaat ook een moderne kunst waar wij, naast de traditionele vormen, de nieuwe strekkingen zien bloeien, die ontstaan zijn onder invloed van de Europese kultuur (cfr. illustraties in 't Kerstnummer 1952 van ‘Band’). De schilderkunst - hier beschouwen wij de schilderkunst als onafhankelijke kunst en niet in dienst van de architectuur of van andere kunstuitingen - is als het ware een nieuwe kunst in Belgisch-Koingo. Zij heeft aan onze kultuur hare techniek ontleend, maar heeft anderzijds haar inheems stylistisch karakter behouden. In de schilderkunst, meer nog dan elders, kent het dier, als onderwerp, de voorkeur. Behalve de slang en de viervoeters, zoals luipaard en civetkat, zien wij nu de vis te voorschijn komen, alhoewel hij te voren weinig of niet als onderwerp in aanmerking kwam. Vooral in het atelier van Pierre Romain Desfossés wordt de vis dikwijls als motief gekozen; dit misschien wel onder invloed van Desfossés zelf, die immers een specialist is in de voorstelling van marinetaferelen. Wij bemerken inderdaad dat het voorstellen van vissen niet algemeen is en dat niet al de kunstenaars, die bij Desfossés werken, tot dit genre overgegaan zijn. Dit bewijst dat de kontakten tussen verschillende volkeren een nieuw kunstgenre kunnen scheppen, dat zich zowel zal openbaren in de keus van de onderwerpen als in de techniek. Het is trouwens nutteloos, zoals zekere té conservatieve personen het verlangen, deze wisselwerking van invloeden te willen tegenwerken, daar deze wisselwerking meer positieve elementen dan hindernissen aanbiedt.
Jean Vanden Bossche
‘Itombwa’ van de Ba-Kuba.
|
|