Band. Jaargang 12(1953)– [tijdschrift] Band– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 404] [p. 404] Nieuwe verzen Na een wals Toen de laatste klanken waren uitgediend En in mij de weemoed kwam gevaren, Heb ik in de zwarte nacht staan staren En er moeders troostend beeld in afgelijnd. Eenzaam als een stomme steen in 'n zandwoestijn Als de oester in haar schelp verdoken, Stond ik met mijn moede hart gebroken, En ik zocht een mens om aan mijn zij te zijn. 'k Ben dan als het kleine knaapje van weleer Weder naar mijn trouwe moeder toegegaan Om te vragen: ‘Luister ook nog deze keer Hoe 't je jongen hier in Kongo is vergaan?’ Medard Delrue Vorige Volgende