vreselijke jaren van 1845 tot 1848 Vlaanderen in rampspoed dompelden, riep hij in de Kamer uit, dat het volk geen geldelijke onderstand behoefde, doch dat voor werkverschaffing gezorgd moest worden. Een voor die tijd absoluut nieuw geluid. En als burgemeester van Rumbeke, toonde hij talenten als bestuurder, waarvan nu nog de gemeente weet te getuigen.
Niemand beter dan Alexander Rodenbach had ondervonden dat een degelijke opvoeding nog veel kan goedmaken wanneer een mens door blindheid getroffen is. Hij wilde daarom voor zijn lotgenoten en tevens voor de doofstommen nuttig werk verrichten. In de Gemeentewet van 1837 deed hij in artikel 131 volgende paragraaf inschrijven:
‘De onkosten van opvoeding en onderwijs van de onbegoede blinden en doofstommen, moeten door de gemeente gedragen worden, met toelagen van Staat en Provincie’.
In 1843 verscheen van zijn hand een standaardwerk betiteld: ‘Les Aveugles et les Sourds-Muets’. Het verschijnen van dat boek was voor die tijd een zo ophefmakende veropenbaring over het leven, van deze twee soorten gebrekkigen, dat de schrijver uit alle hoeken van de wereld de schoonste lof- en dankbetuigingen ontving en door bijna alle staatshoofden van Europa, ja zelfs door Z.H. Pius IX, geëerd werd.
Over de Blinde van Roeselare dichtte Guido Gezelle:
Ziet gij traagzaam heenbewegen
Dienen man, die wandelen gaat
Langst de groene wentelwegen,
Waar zijn woonsteê neffens staat?
Ziet gij dat edel hoofd omhooge
Recht op zijne schouders staan,
En die altijd opene oogen
Zoekend naar den Hemel gaan?
Ziet gij dat grootmoedig treden,
't Edele zwaaien van dien stok,
En den eenvoud van die leden
In dien simpelen zwarten rok?
Ziet gij?... dankt nu God en looft Hem
Want, die man daar, dien gij ziet,
Hij en ziet u - God beroofde hem
Van het licht - 'n ziet u niet.
Band sluit zich aan bij de hulde die in de Vlaamse pers, aan dewelke de voorgaande gegevens ontleend worden, gebracht werd aan een groot Vlaming.
De feesten die te Rumbeke werden op touw gezet, met de medewerking van de Braille-liga en van de gestichten voor blinden en doofstommen, staan onder de patronage van de Regering, in 't bijzonder van de Heren Ministers Dequae en Detaeye.
De Vlamingen in Kongo kunnen hun medevoelen metterdaad betuigen door het storten van hun bijdrage op postcheckrekening nr 52.07.82 van het Huldekomiteit Alexander Rodenbach te Rumbeke, ten bate der werken voor blinden en doofstommen.