Band. Jaargang 12

[p. 1]

[Nummer 1]

[Voorwoord]

BIJ het ingaan van zijn twaalfde jaargang biedt ‘Band’ aan al zijn lezers de hartelijkste wensen voor het nieuwe jaar.

Met moed en volhardingsgeest zetten wij dit jaar 1953 in. Ons laatste Kerstnummer heeft, menen wij, eens te meer getuigenis afgelegd van de vitaliteit van ‘Band’, zijn zorg voor gehalte en degelijkheid. Wij danken hier al onze medewerkers, en onze drukker, voor hun geapprecieerde bijdrage tot de groei en de verruiming van ons tijdschrift.

Het leven in Afrika bestaat uit komen en gaan. Thans is het de beurt aan onze redactiesecretaris. Omer De Munck, die met verlof naar het Moederland terugkeert. De onverdroten arbeid en de absolute toewijding van de heer De Munck zijn in zeer ruime mate verantwoordelijk voor wat ‘Band’ in de laatste jaren heeft kunnen presteren. Hem weze hiervoor van harte dank gezegd.

Bij het ingaan van elke nieuwe jaargang lopen onze gedachten terug naar de thans verspreide stichters van ‘Band’. Niettegenstaande hun vertrouwen in de toekomst, hebben zij zich wel eens afgevraagd hoe lang hun werk zou blijven bestaan. Voor de twaalfde maal kunnen wij hun zeggen dat alles goed gaat.

[p. 2]

In de loop van verleden jaar hebben wij met genoegen een groeiende belangstelling voor ‘Band’ kunnen ondervinden. Wij zijn er van overtuigd dat de Vlamingen in Kongo in steeds groter mate ons hun steun en hunne sympathie zullen toezeggen. Van onze zijde kunnen wij hen verzekeren dat niets zal ongedaan worden gelaten om de plaats, die ‘Band’ in de Kongolese publicatie sinds jaar en dag heeft ingenomen, niet alleen te behouden maar nog te verbeteren en te verstevigen.

BAND