| |
| |
| |
Het boekenrek
Het offer van Itota, door H. Van Thiel, missionnaris van Mill-Hill, verlucht met 32 foto's van Br. Herbert Sanders, en ingeleid door dr. A. Burssens, hoogleraar te Gent. Uitgeverij De Sikkel, Antwerpen. Prijs: ing. 80 fr.; geb. 96 fr.
Deze koloniale roman, die eerst broksgewijze verscheen in het bekende tijdschrift ‘Kongo-Overzee’, handelt over het leven der Ngombe, een primitieve negerstam in de streek van Basankusu (Evenaarsprovincie). De Nederlander, H. Van Thiel (geboren te Beuningen in Gelderland, in 1911), en missionnaris van de Societeit der Paters van Mill-Hill, was van 1937 tot 1946 als zendeling werkzaam bij de Ngombe, en heeft zich aldus volledig vertrouwd kunnen maken met het leven, de gebruiken en de levensbeschouwing van deze primitieve negerbevolking, met haar taal en haar gesproken literatuur, die hem bovendien toelieten door te dringen tot de diepste wezenheid van de mentaliteit van dit volk. Het resultaat van deze sociologische en psychologische studie schreef hij neer in een geromanceerd verhaal ‘Het Offer van Itota’, dat zich omzeggens volledig afspeelt in het inlands milieu. Slechts af en toe wordt gewag gemaakt van de aanwezigheid van blanken in dit land. Over het leven der Ngombe hangt steeds de dreigende vloek der boze geesten, en de misdadige invloed van de medicijnman, waartegen de primitieve bevolking onmachtig is en blijft. Die geheimzinnige macht van de medicijnman weegt over gans het verhaal, en de spanning wordt tot de laatste bladzijde volgehouden, wat ongetwijfeld pleit voor het schrijverstalent van de auteur, die tevens een verzorgde en vlotte taal schrijft. Op zeer natuurlijke wijze stoffeert hij zijn verhaal met de levenswijsheid van het Ngombevolk, door het inlassen van karakteristieke fabels, liederen, spreekwoorden en zegswijzen. De mooie buitentekst-foto's van Br. Sanders illustreren meestal op treffende wijze deze roman, die onze koloniale literatuur verrijkt met een verdienstelijk verhaal.
Op de omslag van het boek wordt ook eindelijk de publicatie aangekondigd van een boek over het letterkundig werk van E.P. Alfons Walschap, M.S..C. voorgesteld door Prof. dr. Vital Celen, en met een inleidend woord van Gerard Walschap, de broer van de te vroeg gestorven missionnaris, tevens een knap koloniaal schrijver. Wij hopen later op dit werk terug te komen.
M.V.
| |
De Aarde van mijn Vader is Rood, door Gerard de Xivry. Uitgegeven in de Volksreeks 1951 van het Davidsfonds als nummer 397. Prijs voor leden: 25 fr. gen.; 37 fr. geb. In de handel: 50 fr. gen.; 74 fr. geb.
| |
| |
Gerard de Xivry biedt ons hier een traditionele heimatroman aan, die zich afspeelt in het land van Waas. In de plaats echter van het klassieke conflict tussen vader en zoon, behandelt hij de tegenstelling vader-dochter. Jef Baetens, de boer, is reeds vroeg weduwnaar geworden, en zijn enige dochter, Maria, een prachtkind, is zijn afgod. De koppige boer, een noeste werker, tracht het geluk van zijn kind te vrijwaren, maar Maria laat zich ompraten door een steedse flierefluiter Godfried Sterckx, die zich in het dorp is komen vestigen. Zij vlucht van huis weg om met Godfried te kunnen trouwen. We maken dan de mislukking mee van Godfried als zakenman en als politieker. Maar op de heide waakt Jef Baetens, en het komt dan ook tussen vader en dochter tot een verzoening. Wanneer Maria merkt hoe Godfried haar heeft ontgoocheld, zal vader trachten het gezin, ten koste van zijn eigen bezit, in stand te houden.
Het boek is vlot geschreven. Jef Baetens en zijn dochter zijn onbetwistbaar schone figuren, die echter zeer menselijk blijven, hoewel dit veeleer moet blijken uit het verhaal dan uit de psychologische uitbeelding hunner karakters. Soms lijkt ook de dialoog ons ook wat geforceerd. Ondanks het feit dat het thema wel niet al te oorspronkelijk is, zal het boek toch wel tal van lezers een genoeglijke avond bezorgen.
G.D.V.
| |
Antoine De Loze, Architect, door Trudo Hoewaer. Uitgave: Vereniging van Limburgse Schrijvers en ‘Heideland’, te Hasselt, 1951.
Dit is de eerste roman (en roman-fantaiste) van een Limburgs dichter. Met de liefde van een wat al te grillige jonge architect loopt het verkeerd, ook met die van een frivole gravin, die boeken schrijft. De architect vindt tenslotte de dood in een bunker, tijdens de Duitse inval in België in 1940. De taal is dikwijls pathetisch, hier en daar zelfs bombastisch. Eenvoudiger en vooral echter geschreven zou dit werk ons wellicht meer overtuigd hebben. Bij de kwaliteiten van het werk rekenen wij de vlugge verhaaltrant à la Walschap. De dichter Hoewaer blijft ons liever.
A.K.R.
| |
Thijl Ulenspieghel, gedichten van Bert De Corte, met de oorspronkelijke prenten van het oude Volksboek. Uitgave Elsevier, Brussel en Amsterdam.
Realistische rijmen bij realistische prenten door een van onze knapste dichters. Het boekje voldoet aan het opzet, het is een plezierig ‘intermezzo’.
A.K.R.
| |
Boek van het Jaar: Winkler-Prins - Een document van levende geschiedenis. Uitgave Elvesier, Amsterdam en Brussel, 1951.
Een jaarboek, overvloedig geillustreerd, over wat in 1950 in de wereld op allerlei gebied voorviel, encyclopaedisch geordend. Aan de gebeurtenissen in de Benelux-landen werd bijzondere zorg besteed. Wat is het Noord-Atlantisch Pakt? Hoe kwam het tot stand? Wanneer en waar? Wie regeerde er in 1950 in België, in Nederland, enz. Op al deze vragen en op vele andere welke U meent te kunnen stellen, vindt U een antwoord in dit goed gepresenteerde naslagwerk.
A.K.R.
| |
Algemeen Verslag van de 6e Internationale Jaarbeurs der Vlaanderen. Uitg. Internationale Jaarbeurs, Gent.
Zoals de titel het aanduidt bevat deze publicatie alle gegevens omtrent wat deze jaarbeurs is geweest. Haar uitzonderlijke betekenis in het economisch leven van het Westen en de wereld, dient niet meer te worden onderstreept. Dit verslagboek bevat vele nuttige gegevens voor handelaars en industriëlen. Het is een uistekende propaganda.
A.K.R.
| |
| |
| |
B.B.C. Year Book, 1952. Uitg. B.B.C., London, W.l.
In het jongste jaarboek van de B.B.C. lazen wij zeer interessante bijdragen van verscheidene degelijk onderlegde medewerkers over: de invloed van de radio op de muziek, de televisie in Groot-Britannië, de evolutie van de radio, enz. In een bijdrage van de directeur-generaal lezen wij dat de Engelsen na iets meer dan dertig jaar uitzendingen, thans menen dat zij op radio-gebied de kinderschoenen ontgroeid zijn en dat zij nu stilaan gaan kunnen inzien wat al mogelijkheden de radio biedt! Het is eveneens de mening van de inmiddels afgetreden directeur-generaal dat televisie de klank-radio niet zal vervangen.
A.K.R.
| |
Unpopular Essays, by Bertrand Russell. Uitgave Allen & Unain, Ltd., London.
Een keur van essays van de hand van de Engelse Nobelprijswinnaar Bertrand Russell, zo genoemd omdat zij bij afzonderlijke publicatie niet te best ontvangen werden. De liberalistische wijsgeer poneert voor katholieken hierin vele aanvechtbare stellingen. Hij kan het over het algemeen met de geestelijkheid niet goed stellen en spreekt eerder smalend over ‘Ages of faith’ enz. Hij gelooft in de wetenschap, gecontroleerde kinderbeperking, wereldregering, enz., als redding-brengende macht in onze chaotische maatschappij.
A.K.R.
| |
Klassieke Galerij, nrs 48, 60, 71. 72 en 73. Uitgave De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen.
‘Heynken de Luyere’ van Cornelis Crul (nr 48) is een lang anecdotisch gedicht, bestaande uit drie ‘cluchten’. Van deze rederijker is Heynken de Luyere voorzeker het meest leesbare en literair gezien betekenis-hebbend werk. Heynken is een zwervend volksdichter van gegoede stand. Niet helemaal een Ulenspieghel dus. Hij vermaakt zijn vrienden, houdt van eten en drinken op andermans kosten (van paters, enz.), van zingen, dansen en springen. Hoe het hem vergaat heeft Crul in plezierige, vloeiende strophen van zeven regels uitgebeeld. Redactie van Dr. C. Kruyskamp.
‘De Vrede’ van Aristophanes (nr 60) is het vijfde van elf blijspelen van deze klassieke dramaturg. Aristophanes behaalde er mee een tweede prijs. De dichter uit er in zijn vredelievende gevoelens en de noodzakelijke samenwerking tussen Athene en Sparta. Hij hekelt daarbij twee oorlogsstokers op typisch Grieks-symbolische manier. Redactie van Dr. E. De Waele.
‘Een Midzomernachtsdoorm’, ‘Drie Koningenavond’ en ‘Othello’ door William Shakespeare (nrs 71, 72 en 73) in de vertaling van Dr. L.-A.-J. Burgersdijk, bewerkt door Prof. Dr. Franz De Backer en Dr. G.-A. Dudok.
Deze vijf uitgaven in de Klassieke Galerij-reeks (in zakformaat) zijn weer voorzien van bio- en bibliographische noten, welke de lectuur ervan uiterst leerzaam en aangenaam maken.
A.K.R.
| |
Prose Literature, by Alan Pryce-Jones (1945-1950). Uitg. The British Council & Longmans, Green & Co, London.
In een keurig geschrift van ongeveer veertig bladzijden geeft Alan Pryce-Jones een overzicht van de belangrijkste publicaties in Groot-Britannië op het gebied van het proza, voor de periode 1945-1950. Hij verdeelt zijn opstel in biographieën en autobiographieën, essays en kritiek, geschiedkundige en politieke geschriften, philosophische, religieuse en wetenschappelijke werken en diverse. Als beknopt overzicht vrij volledig.
A.K.R.
| |
Osbert Sitwell, by Rogert Fulford, en Rudyard Kipling, by Bonamy Dobrée. Uitg. The British Council & Longmans, Green & Co, Londen.
Twee biographieën over twee grote dichters. Voor een eerste kennismaking zijn deze werkjes wonderwel geschikt.
A.K.R.
|
|