Band. Jaargang 11(1952)– [tijdschrift] Band– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 167] [p. 167] Nieuwe verzen Gedicht Ik loop tussen loden muren van zwijgende, dode bomen; en als de naakte negers komen branden de blinkende vuren op zware ruggen, gespannen over de oude, gebroken bomen, krakend, gehavend rondom en bewogen door machtige handen, die ze rollen in 't water, zwart van tranen dof en heet en wrang geworden zweet, met strakke kabels, koud en hard En wanneer ze hun eentonige deunen weemoedig zingen, op de maat, die als een sleeptred gaat, voel ik het leven henen dreunen Geen van der Graaff (Mayumbe) Vorige Volgende