handelen als de rechtbank die in Katanga, in een flink gemotiveerd vonnis het goede recht der Vlamingen onomwonden erkend heeft en toegepast.
In dit verband wensen wij eraan te herinneren dat ‘Band’ in 1946, op blz. 312 en volgende reeds een herzieningsvonnis overdrukte, uitgesproken te Stanleystad op 22 Juni 1945 door rechter A. Schöller, thans kabinetschef van de Gouverneur Generaal, en waarin deze o.a. verklaarde: ‘ATTENDU qu'en faisant abstraction, comme il se doit, de toute considération d'opportunité; le Tribunal constate que la rédaction flamande du jugement entrepris ne peut d'aucune manière constituer un motif d'annulation’.
Wat er ook van zij, zolang de wetgevende macht de regelende dekreten niet uitvaardigt welke volgens art. 3 van de koloniale keure sedert 1913 kracht van wet dienden te hebben, zal het moeilijk blijken overal en altijd de rechten der Vlamingen te doen eerbiedigen.
Wie zich de moeite wil getroosten de artikels te herlezen welke Pol DEBOER en Dr R. DE MAEGD in 1943 reeds aan het taalregime in de kolonie hebben gewijd (‘Band’ 1943 blz. 13, 146, 219 en 386) zal met ons bekennen dat wat wij vragen op gebied van rechtspraak voor de Vlamingen in Kongo slechts billijk en rechtvaardig is.
BAND drukt dan ook de wens uit dat de koloniale wetgever eindelijk en ten spoedigste de door de Koloniale keure voorziene regelende dekreten zal uitvaardigen.
BAND verhoopt dat in afwachting van de regeling dezer kwestie langs wettelijke weg, zowel de administratie, het Openbaar Ministerie als de rechtbanken, zich zullen laten leiden enerzijds door de voorschriften vervat in het rondschrijven van Gouverneur Generaal Jungers, in dato van 23 Maart 1951, en anderzijds door de jongste rechtspraak van Elisabethstad. Daarom zullen we ook trachten de tekst van dit vonnis reeds in ons Maartnummer te publiceren.
BAND hoopt ten slotte, wat de burgerlijke zaken betreft, dat de Vlamingen, sterk van gezegde jongste rechtspraak, in hun onderlinge betrekkingen in het Nederlands zullen dagvaarden.
Band