Recensies
Hier staat iets op het spel!
Sasja Janssen Papaver Querido, 2007. 56 pagina's, €16,95
door Ilja Leonard Pfeijffer
De bundel Papaver is het poëziedebuut van Sasja Janssen, die eerder de romans De kamerling (2001) en Teresa zegt (2005) publiceerde. De papaver is een bloem met een geheim. Papavers kunnen een veld doen blozen, al zijn ze zo kwetsbaar als klaprozen, maar hun onschuld is schijn: ze zijn verstrekkers van een o zo aanlokkelijke roes die je ondergang betekent.
Het gedicht ‘Papaver somniferum’ is op het eerste gezicht een poëtische beschrijving van dit gewas dat de bundel zijn titel heeft gegeven:
Dichtgevouwen halve manen jongemeisjesrood
dun servetpapier om een zwarte vulva, je wil
in haar slapen, geef maar toe, anders ben je niet
Jij hebt vroeger ook je knieën in het grind
laten vallen, met katjes gevoetbald, te vaak
tegels geteld waardoor ze sleten?
We noemen geen man geen paard
Ze zal het niet weten, open haar, roes haar
Het gedicht is zoals de bloem zelf. De rode bloemblaadjes van de eerste twee regels zijn maar schijn. Dat is buitenkant die bedoeld is om je het gedicht in te lokken. Daarom is het lekker spannend erotisch gekruid met jonge meisjes en vulva's. Maar in de derde regel grijpt de roes je al aan. Je wilt alleen nog maar in haar slapen. Anders besta je niet. Je bent niet anders dan anderen. En vanaf de vierde regel ben je eigenlijk de weg al kwijt. In je roes zie je dromen of herinneringen van vroeger toen je nog een kind was en net zo onschuldig en kwetsbaar leek als de bloem. Het deed van au toen je met je knieën in het grind viel. Maar het was je eigen schuld, want jij had je knieën er zelf in laten vallen. En zo onschuldig was je niet. Bij het voetballen met katjes is het nog maar de vraag of de katjes medespelers zijn, tegenstanders, dan wel de bal. Misschien was je wel niet helemaal normaal. Je hebt je zo onnoemelijk verveeld dat je niets beters wist te doen dan tegels tellen. En nog eens tellen. Eindeloos tellen totdat ze ervan sleten. Doet het pijn om je dit te herinneren? Heb je daarom de roes nodig van de gevaarlijke bloem? We zullen niemand bij name noemen. Het is goed, vergrijp je maar aan de bloem. Toe maar. Het zal haar en jouw ondergang zijn.
De titel en het titelgedicht zijn representatief voor de bundel als geheel. De gedichten zijn kleurrijk en aanlokkelijk, maar ze dragen bijna allemaal een somber geheim in zich. En de taal zelf raakt in een roes, waardoor hij niet meer zo vertrouwd in onze oren klinkt: ‘O lief, mijn blik is doof, breng/ mij niet in figuren van tapijt,/ mijn tong likt je kaal, ik spuug het rood/ in zijn ogen, hij zwijgt!’ Dit zijn gevaarlijke gedichten, raadselachtig en duister, maar vol wrede vuiligheidjes en pijn:
Om lepels huil ik, op vorken loop ik
De messen heb jij, darling?
Dit zijn sterke, suggestieve regels. Het lijkt misschien op een surrealistisch tableautje, vooral dat lopen op vorken, maar er zitten allerlei scherpe kantjes aan deze woorden, niet in de laatste plaats aan die vorken. Zou dat niet heel erg pijn doen, lopen op vorken? Om van die messen nog maar te zwijgen. Die vraag in de tweede regel klinkt door en door cynisch. Natuurlijk heb jij de messen, darling. Jij zal mij ermee aan repen snijden, darling. Je hoeft niet net te doen alsof ik dat niet weet hoor, darling. Daarna zul je mijn tranen oplepelen als een zilte soep.
Een ander gedicht eindigt met deze regels:
Ontwaak mij in jouw droom en zeg
Dit is met een wrange precisie geformuleerd. Zo is het. Zo gaat het eraan toe in dat tergende spel dat liefde heet te heten. Je wordt wakker in de droom van een ander. De ander wil je leven, niets minder dan dat, met minder neemt hij geen genoegen. Anders schiet hij je dood. Het is een pijnlijke keuze. Wil je je leven verliezen of wil je je leven verliezen? Het is helemaal aan jou. En dan, als een nekschot, volgt de slotregel:
Zo is de keuze gemaakt. Zo gaat het en zo zal het altijd weer gaan. Het is maar dat je het weet. Maar je wist het al. Je wilde het alleen niet weten.
Wat een opluchting om zo'n valse, wrange, duistere bundel te lezen in deze tijd waarin honderden dichtertjes braaf en kundig gedichtjes knutselen die heel erg op gedichtjes lijken. Hier gebeurt tenminste iets. Hier staat tenminste iets op het spel. Hier spreekt tenminste iemand die iets te zeggen heeft, al is het allemaal niet zo leuk om te horen. Hier spreekt tenminste iemand met een eigen stem. Papaver is een van de interessantste debuten van de laatste tijd.