Awater. Jaargang 2

Poëzieclubaanbevelingen

Naast de Poëzieclubkeuze kiezen Neeltje Maria Min en Joost Zwagerman twee bundels uit het recente aanbod, die worden aanbevolen.
De Aanbevelingen zijn verkrijgbaar bij de boekhandel.

Hans Tentije, Wat het licht doet. De Harmonie, Amsterdam, 2003. ISBN 90 6169 674 7. €14,75.

Wat het licht doet is de negende dichtbundel van Hans Tentije, die in 1975 debuteerde met Alles is er. Tentijes vroege werk had een sterke politieke inslag, die gevoed werd door cynisme. Dit cynisme kenmerkte veel van zijn generatiegenoten en kwam voort uit teleurstelling: de jaren zestig hadden een belofte ingehouden die niet bleek uit te komen.

Met de jaren is Tentijes poëzie tijdlozer geworden. Zijn gedichten zijn bedachtzaam en bespiegelend en behandelen vaak tijdloze onderwerpen, of grijpen juist diep terug in de historie, zoals in het gedicht ‘De gouden speld’ uit zijn nieuwste bundel. Over zijn vorige bundel Wisselsporen zei recensent Remco Ekkers: ‘De aantrekkelijkheid van deze gedichten ligt in de eenvoud van het opgeroepene en de mooie heldere taal met de door de tijd gekleurde woorden.’

Ook voor de bundel Wat het licht doet gaat dit op. Het zijn gedichten van alle tijden. (HL)

Hans Tentije
De gouden speld

Etruskisch - Sodo, Cortona, Vide eeuw v. Chr. IV

De goden verzocht je en mij, mij dwong je
in je door te dringen en door te stoten
tot achter in je mondholte je kreten eindelijk verstomden

of ik je werkelijk raakte, behalve het perikele
van je lijf ook iets van je ziel misschien, ingewanden
schouwde ik, bliksemschichten las ik
en herfstige vogelzwermen probeerde ik te duiden
maar ik zag niets dat mij een teken gaf

weinig was er nog waarop ik mij verlaten kon, op argwaan
nog, op bloeddorst en verraad -

de gigantenhand die jou op mijn pad bracht
om mij te verleiden, te vermurwen, onze eerste nachten
samen met ontelbare sterren te bezaaien
en het uitspansel zich boven ons ronder en hoger
te laten welven

de bitterste en tederste momenten, soms, omarmden
elkaar nog, in steeds onheilspellender dromen -

voor wie jij was bestond geen tegengif

Fleur Bourgonje, Vrije val. Atlas, Amsterdam, 2003. ISBN 90 450 0957 9. €13,50.

Vrije val is de vierde dichtbundel van auteur Fleur Bourgonje (1946). Behalve dichter is Bourgonje ook prozaïst, journalist en vertaler. Vooral haar reizen door Zuid-Amerika hebben veel invloed gehad op haar werk.

Dat geldt veel minder voor Vrije val. Deze dichtbundel heeft iets plaats- en tijdloos. In de titelcyclus heten de gedichten dan ook niet voor niets ‘Het opstijgen’, ‘Het springen’, ‘Het neerkomen’. Toch blijkt de beschrijving van deze vrije val een oorsprong in de realiteit te hebben. Uit een vrije val kun je behoorlijk ongelukkig neerkomen: ‘Boven een eiland hebben twee geoefende springers/ elkaar geraakt.’ Waarna Bourgonje verder dicht onder de titel: ‘Het verdergaan’.

Symboliek is belangrijk in Bourgonjes poëzie. Maar in deze bundel is de symboliek niet nadrukkelijk aanwezig en laat alle ruimte voor een vrije val, met zowel de extase als de anti-climax-gevoelens die daarbij horen. (HL)

Ga jij maar geen trap op
die wentelt, geen kelder in
waar weinig zicht is. Ga jij maar
beheerst en bijna alleen
door een kaarsrechte gang die verlicht is
wil je zonder schrik zonder liefdesnood
voetje voor voetje toch het leven volop.

Volg maar geen grote gedachten.
Aanhoor sereen het klagen
over falende harten, de harteloze
nachten. Ga jij maar heen
en in je slaap tijdig dood.