Arsenaal. Jaargang 4(1948)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 83] [p. 83] Waarom? Hoe radeloos ik ook doorheen de mist wil grijpen, er blijft mijn zwakke hand die naast en met me droomt, die naast en met me voelt hoe fel de prikkels nijpen en daadloos blijft, krampachtig drukt, maar verder droomt. Ik leef ellendig als de velen die in dromen verlossing zoeken voor 't gemis aan wat geluk. Zo dikwijls reeds zag ik de liefde tot mij komen en telkens weer brak zelfs de schoonst' illusie stuk. Van elke rust beroofd, van 't schoonst bezit verstoken blijft mij het werk: het zoeken naar een toevluchtsoord. Maar God Gij die ook voelt hoe in mij krachten koken, waarom toch dwingt Gij mij tot geestelijke moord? Waarom mag ook ik niet aan frisse bronnen drinken? Waarom moet 't leed mij dwingen stijgend te verzinken? Rik Lanckrock. Vorige Volgende