Ik vloog achterover, maar Williams, die de noodrem nog in de hand hield, was blijven rechtstaan. Toen ik overeind krabbelde, was hij buitengesprongen en rende in de richting van de locomotief. Wij kwamen er ongeveer gelijktijdig aan. Ik haalde mijn revolver te voorschijn en riep tot de machinist: Dekkers, u zijt aangehouden! Geen enkele beweging meer, man. Intussen stond daar Williams met een pakje papieren in de hand, die de razende Dekkers in het vuur wilde werpen.
Hier bleek nu duidelijk, dat het geval, de spionnagezaak, welke ik in R. moest behandelen en die als geclasseerd beschouwd was, niet was opgelost. Want niet de stoker was de schuldige geweest. Zo aangedaan door het feit, dat men de bezwarende documenten vond in de kolen, die hij had opgestapeld, kreeg de arme kerel hartaderbreuk en zakte ineen. Van dit ‘mooie’ toeval maakte Dekkers gebruik om alle schuld van zich af te schuiven. Les morts ont toujours torts!
Hier hield onze gast een ogenblik op. Ik maakte er gebruik van om hem een vraag te stellen. Ik begrijp niet, zei ik, welke rol Williams in dit alles speelde.
Holmes glimlachte. En antwoordde: Niet Williams trok aan de noodrem, niet mijn Engelse vriend wees de plaats aan waar nieuwe documenten verborgen waren, maar de geest van de stoker in hem.
En tijdens uw tweede reis, wierp ik een tikje ironisch op. Waarom trok Williams dan niet aan de rem? Had Dekkers dan misschien geen documenten bij zich?
Neen, zei Holmes en bekeek mij lachend, er was heel eenvoudig een andere machinist. Daarenboven, we reisden van V. naar R. Ja, zei mijn vrouw, en om te weten of Dekkers de treinconducteur geweest was tijdens de eerste reis liep u bij de stationoverste. Juist, mevrouw, knikte onze gast. U hebt het geraden
Maar, vervolgde mijn vrouw, hoe heette die stoker, de sukkelaar? Holmes keek naar zijn glas, dat ledig was, en zei: De man heette Willem, W. Willems. En hij herhaalde werktuiglijk: De man heette W. Willems. En mijn Engelse vriend heette W. Williams... Mijn oom Doyle, die aanleg had voor spiritisme, zou zich voor dit geval zeer zeker erg hebben geïnteresseerd.
Karel Haerens