[Boekbesprekingen]
‘Inwijding in de meesterwerken van het klavier’ door J. Van Ackere - Uitgeverij N.V. De Standaard-Boekhandel.
Dit werk kende reeds bij zijn verschijnen een zulkdanig succes dat het na korte tijd volledig uitverkocht was. In 1944 werd het heruitgegeven en gezien de immer stijgende faam van J. Van Ackere, die zich inmiddels onderscheidde door een drietal andere flinke werken, vroeger hier besproken, werd een derde herziene druk op de markt gebracht.
Met alle respect voor ‘Eeuwige Muziek’ en ‘Intieme Muziek’, zijn we er stellig van overtuigd dat deze ‘Inwijding’ het beste is wat V.A. aan de muziekliefhebbers heeft geschonken. Is het om de uitstekende en nagenoeg volledige selectie of is het om de buitengewone spirituele behandeling van het gegeven? Misschien wel, maar het is een feit dat we de ‘Inwijding’ hebben gelezen en herlezen als de beste bladzijden uit een succesroman.
‘Inwijding in de Meesterwerken van het Klavier’ bestaat uit vijf delen. De 18e eeuw (1ste deel) verenigt de vier grote klassiekers: J.S. Bach ‘... die zo ver staat van het romantisme’ (blz. 16-17), Haendel, Haydn en Mozart (‘Mozart is de musicus die het minst gevaar loopt te verouderen’ - blz. 24).
Beethoven neemt het tweede deel in beslag. Persoonlijk rekenen we deze 15-tal bladzijden tot de beste van het hele werk. Schrijver stelt zich de vraag: Waarom houden wij toch zo van Beethoven en zijn pathetisch werk? Omdat ‘de muziek is voor hem niet meer een structureel, esthetisch element; ze groeit uit zijn mens-zijn, zijn gevoelens en wordt ons mens zijn, onze gevoelens’ (39).
Het derde deel (De Romantische Klaviermuziek) beslaat bijna de helft van het werk. Worden achtereenvolgens behandeld: Weber, ‘de ridder van het klavier’ (64), Mendelssohn, de Klavierlyriek van Schubert (nadere beschouwing van de impromptu's), de componist die ‘kan muziek schrijven waarin geen problemen gesteld worden’. Een groter plaats bekleden Schumann, Chopin en Liszt, de ‘held van het klavier’ (134). Te noteren valt de analyse van de voorlaatste: de polonaisen, mazurka's, sonaten, walsen, balladen, etudes en preludes, e.a. worden voortreffelijk ontleed.
In ‘Herfsttij der Romantiek’ ontmoeten we de ‘Schemering van de Romantiek’ (146), Johannes Brahms. ‘Nur wer die Sehnsucht kennt’ kan de muziek van Brahms begrijpen’ (151). Dan volgen Franck en Fauré, de ‘Franse Schumann’.
In het vierde deel komt Grieg aan de beurt, wiens kunst ‘een mengsel van formules aan de Duitse romantiek ontleend en eigen bodemlyriek’ (164) is. Daarna een kort overzicht van cle Spaanse klaviermuziek. Deze ‘Inwijding’ eindigt met een parallel tussen Debussy en Ravel, twee componisten die op het eerste zicht veel gelijkenis vertonen maar in de grond verrassend verschillen. Met een ‘Terugblik’ - in de tweede uitgave ‘Overzicht’ genoemd - sluit schrijver dit knap geschreven werk, dat getuigt van een diep aanvoelingsvermogen en uiterst fijne smaak. We kunnen niet anders dan Van Ackere dankbaar zijn voor deze hoogst interessante bloemlezing. Men hoeft waarlijk geen ‘classical music fan’ in de dop te zijn om nu van klaviermuziek dubbel te kunnen genieten. In het algemeen verlangt de luisteraar iets te horen dat hij kent, t.t.z. iets dat hij reeds vroeger gehoord heeft. Luisteren echter naar voor hem onbekende muziek vraagt meestal een buitengewone krachtinspanning. Het is een feit dat de meeste mensen van de atoom-eeuw niet meer kunnen of willen denken. De inspanning wordt nu door deze ‘Inwijding’ fel geminimaliseerd. Met deze spraakkunst worden de ‘oefeningen’ heel wat pemakkelijker opgelost al blijven er vanzelfsprekend nop ‘uitzonderingen’. Christian Darnton zegt raak in zijn ‘You and Music’: ‘Enjoyment of music, that is the important thing. To take pleasure in listening to music. More: to take an active