Arsenaal. Jaargang 2(1946)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 396] [p. 396] Avondgedachten De dichters die van sterren zingen, ze zoeken nu naar ritme en rijm en ook - in hun herinneringen - de geur van violier of thijm. Mij werd een ander lot beschoren: te leven in het hart der stad, waar men slechts jass en trems kan horen en men de maan sinds lang vergat. Men droomt nog slechts in bioscopen, men koopt de vrouwen langs de straat, en wie - als ik - op God dierf hopen hij zingt voortaan een lied van haat... Paul Berkenman. Vorige Volgende