Arsenaal. Jaargang 2(1946)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Van stof tot as. Wij zijn verdoemden tot wat stof en as. Misschien vandaag, of 't allerlangste morgen Wat ons nog bindt zijn duizend kleine zorgen. En nog... een hart... dat plotseling breekt als glas. Wij dolen hongrend onder duizend sterren. Het kleine hart blijft eeuwig onvoldaan. Er groeit in ons onsterfelijke waan De dood komt plots ook dit geluk versperren. [pagina 341] [p. 341] Wij zijn van eeuwigheid in 't onbezonnen wanen Maar tellen in ons huis de dagen af. De eeuwigheid begint in een gedolven graf... Het laatste is een blik die plots gaat tanen. En alles is voorbij. Een vrouw zegt nog: ‘Hij was’ Maar op het kerkhof zijn zovele graven. De eeuwigheid komt ieder leed begraven. Alleen ons hart is niets dan stof en as. Jan Van Crusweghen. Vorige Volgende