Tijdschriften.
‘Nieuw Vlaamsch Tijdschrift’, nr 1 en 2 - Uitg. ‘Ontwikkeling’, Antwerpen - Redactie: H. Lampo, Cederlaan, 26, Wilryk-Antw.,
Eindelijk verscheen ‘N.V.T.’, dat door Vermeylen enkele maanden vôôr zijn verscheiden werd gesticht. Met zijn debuut liet het reeds den indruk alle tijdschriften overvleugeld te hebben. Globaal gezien brengt het tweede nummer aan onze eerste impressie nog geen wijziging. In het ‘N.V.T.’ vinden wij de hoogtepunten van onze hedendaagsche literatuur gemarkeerd: de novellen van Elsschot en Minne en de zelfportretten in de rubriek ‘Zoek den mensch’. Gelukkig is de poëzie niet zoo ruim vertegenwoordigd, zoodat ze het totaalbeeld niet al te erg schaadt. Slechts de verzen van Jonckheere en dit van Frans de Wilde (in nr. 11 van onzen eersten jaargang reeds verschenen) hebben ons om hun ontroerenden, menschelijken toon bizonder getroffen. En ook bijna het vers van Leroux, dat van een ongemeene, schrandere visie getuigt, maar nogal onbeholpen werd uitgedrukt en één zin bevat die zoo goed als een van Herreman is: ‘Zoo was het goed, zoo moest het zijn’ (Leroux), ‘Zoo is het goed, zoo moet het zijn’ (Herreman in ‘Het helder gelaat’, blz. 23). Plagiaat? Neen, onverteerde reminescentie!
R. Boeckaert.