werd geschreven al is deze dan ook uitgesproken romantisch getint.
Zoo gaat het verder, het heele stuk door, in steeds stijgende lijn tot aan den dood der beide helden: ‘Eeuwige muziek, muziek even durend als de troostelooze zeedeining waarop Tristan's oogen zoolang tevergeefs hun redding zochten’ zegt J. Van Ackere.
In ‘Tannhäuser’ en ‘Lohengrin’ is het een andere gedachte, die hem bezielt: een onvermoeibaar zoeken en trachten naar een betere wereld waar geest en natuur in intense communie leven. De stof is weer een middeleeuwsche legende, waar de noodlotshegemonie het middelpunt van is. Wij zien Tristan en Isolde terug in de gedaanten van Lohengrin en Elsa: hun liefde wordt weer een noodlotstragedie. Waar Tristan en Isolde werden gescheiden door de fatale omstandigheden, is het hier het geloof dat zijn harde eischen stelt, en het is omdat Elsa niet kon gelooven in Lohengrin, dat deze terug in het geestenrijk wordt geroepen, waardoor ze vanzelfsprekend tot den ondergang is gedoemd.
Reeds uit het voorspel ervaart de luisteraar de wonderlijke etheriek in de orchestratie, zoo direct sprekend en vol expressieve kracht, dat het gerust kan vergeleken worden met dit van ‘Tristan en Isolde’.
Met ‘Tristan en Isolde’, ‘Lohengrin’ en ‘Tannhäuser’, alle met legendarischen grondslag, heeft Wagner een hoogte bereikt, die men nadien zelfs niet meer benaderd heeft!
In zijn ‘Rienzi’ is hij weer door iets anders gedreven: hier is alles vooral afgestemd op uiterlijke effecten, waar vooral de massale muziek en den reusachtigen scenischen opzet tot dit doel bijdragen. Alles is echter ondergeschikt aan de zware contrastvolle muziek, zonder dat aan de declamatie ook maar de geringste afbreuk wordt gedaan. Door ‘Rienzi’ zelf te bestempelen als zijn ‘vertrekpunt’ heeft hij alles gezegd wat er over te zeggen valt. Zeker is het, dat deze helden zich bij hoogergenoemde mogen scharen zonder zich te schamen!
De ‘Meesterzangers’ behandelt het driehoeksgeval Walther, Eva en Hans Sachs. Deze laatste treedt als tusschenpersoon op, doch wordt zelf smoorlijk verliefd op de mooie Eva, waaraan hij tenslotte grootmoedig verzaakt. Deze Eva heeft de benijdenswaardige reputatie een der mooiste figuren te zijn uit het oeuvre van Wagner, dit misschien omdat men haar ziet evolueeren van kind tot jong meisje en tot vrouw.
Sommige melodieën herinneren aan Tristan, al is deze muzikale komedie meer ironisch getint; alle typen zijn overigens