Reimond Herreman, Marcel Coole, e.a.) en politieke autoriteiten.
Lieten zich verontschuldigen: de hh. Van Acker A., eerste-minister, Spaak, Buisseret, Vos, ministers, K. Huysmans, Prof. De Backer, Dr. J. Broeckx, A. Herckenrath, Dr. Van de Veegaete, e.a.
Dhr. Achilles Mussche, voorzitter van het voorloopig bestuur, dankte de vergadering en wees op de belangrijkheid van het Vermeylen-figuur.
Hij schetste achtereenvolgens een beeld van het werkzame en vruchtbare leven van Aug. Vermeylen. ‘Zonder dezen leider van de besten zou Vlaanderen niet staan waar het staat en zouden wij niet zijn wie wij zijn’ zegde hij in zijn ontroerende hulde.
Vervolgens wees dhr. Mussche op de grootheid van Vermeylen's figuur, als kunstenaar, socioloog, kunstcriticus, politieker, e.a. In dit verband noemde hij Vermeylen de geestelijke vader van een heele litteraire generatie. In rake bewoordingen beschreef hij Vermeylen's strijd voor de kultureele en sociale ontvoogding van het Vlaamsche volk. ‘Hij leerde ons openstaan voor de wereld en ontvankelijk te worden voor het leven.’ ‘Hij was een middelaar tusschen zijn Ik en de wereld; tusschen Vlaamsche traditie en Europeesch Humanisme; tusschen Intuïtie en Geest. Hij was alles in gave harmonie.’
Tot slot sprak dhr. Mussche over de geestelijke nalatenschap van Vermeylen. Deze dierbare nalatenschap ziet hij in de taak die wij te vervullen hebben en den drang om die taak te kunnen volbrengen.
Deze taak zal het Vermeylen-fonds voortzetten langs de vele lijnen van Vermeylen's persoonlijkheid zelf.
Voor alles wil het Vermeylen-fonds een kultureel genootschap zijn, dat boven of buiten alle politieke strekkingen staat.
De Vermeyliaansche traditie zal hoog gehouden worden. Geen verdeeldheid mag er heerschen, de leden dienen elkaar te ontmoeten in dienst van de kultuur.
Vervolgens las dhr. De Swaef de statuten voor die bij eenparigheid werden aangenomen.
Als leden van het hoofdcomité werden benoemd:
Eere-Voorzitter: Prof. Dr. Alfred Hegenscheidt; |
Voorzitter: Achilles Mussche; |
Secretaris-Penningmeester: Gooris en Alofs; |