Arsenaal. Jaargang 1(1945)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 463] [p. 463] Gebed voor het sterven. Ik smeek U God... Wil niet meer harder slaan. Na nog één dag zal ik het leven vloeken. Maar breng tot rust dit rusteloze zoeken naar dingen die maar in een droom bestaan. Ik droeg mijn hoop aan alle nieuwe dagen. Dacht mijn geluk aan elke blauwe kim. Ik heb geleerd: ‘Geluk is als een schim waarnaar we, zonder zin, de schreden wagen. Nu vraag ik niets meer aan dit trage leven. Maar laat me sterven met een kalme lach, met mijn gelaat recht naar de open dag; een stukje zon over het haar geweven. En laat haar bij me zijn... het twijflend kind, nog eer de dood elk uitzicht heeft verwezen. Misschien zal zij op mijn gelaat nog lezen dat ik haar boven alles heb bemind. Jan Meirhaeghe. Vorige Volgende