Arsenaal. Jaargang 1(1945)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende De brief Hij vindt een brief en zon danst in zijn oogen, het blijft wel koud en 't sneeuwt onhoorbaar voort; maar dit geschrift, die groote letterbogen: O ver tehuis, thans uw vertroostend woord. De nacht was guur, die martelende nachten schildwacht te staan diep in het spokend bosch; en 't eenig nieuws dat hem geruchten brachten was kraaientaal, toen brak het onweer los. [pagina 458] [p. 458] Hij rust op 't harde bed, een lichtgewonde die niets begrijpt van wat om hem geschiedt; vanmorgen zag hij klaar de kogelronde en daarbij bleef het, maar hij lachte niet. En nu die brief, de schemering, de stonden voor hij ontvouwd boven het laken ligt; hij leest aldoor, en zucht, en leest, de wonde brandt en steekt wijl koorts kleurt zijn gezicht. Hij poogt maar vluchtig aan het slot te komen en vader schreef daar iets van ‘moeder dood’; toen viel de brief, en uit de zwarte boomen daar in den tuin, steeg nog de geur van schroot. Wilfried Kurk. Vorige Volgende