Arsenaal. Jaargang 1(1945)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Mijn evenbeeld? Gij zijt mijn kleine kind met mijne weemoedsoogen en donkre lokken om het bleek, doch mooi gelaat. Weer zijt gij droomend uit uw broze huls getogen en toeft, waar God u met uw engel spelen laat. Wel vaak sta ik over mijn spiegelbeeld gebogen en staar aandachtig in het heldere gelaat, dat in de koele bron onder mijn weemoedsoogen zoo trouw en innig in het glanzend water staat. [pagina 428] [p. 428] Dan zie ik uw té groote, wijde kinderoogen, in mijn gelaat bemerk ik uwen smallen mond en al wat sedert dagen, jaren is vervlogen, weet ik opnieuw onfeilbaar zéker dezen stond. 'k Herken mezelf in u en u in mijne trekken, o kind, dat ik in liefde en weemoed mocht verwekken. Albert de Longie. Vorige Volgende