Arsenaal. Jaargang 1

[p. 382]

Mijn kind.

Gij hebt mij weer gegeven
't Geluk, dat ik verloor.
Thans volg ik 't helder spoor
van uw sublieme leven.

Gij zijt mijn kind; gij zijt mijn bloed,
't geluk van gansch mijn leven,
waarvoor ik eeuwig danken moet,
hebt gij aan mij gegeven.

Dit argelooze kind,
als bloesem blank,
waarin ikzelf word weer bemind,
sloeg thans geluid en klank.

Albert de Longie.