Arsenaal. Jaargang 1
(1945)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 346]
| |
Mijn tranen wil 'k in lachen remmen,
Mijn smart en radelooze pijn,
Met levenslust te overstemmen
Zal nu mijn eenig streven zijn.
Mijn leven na een rust'loos jachten,
Eén zoeken naar bevrediging.
Beklemd, bekommerd eenzaam wachten
Op liefde die verloren ging.
En dool ik eenzaam langs de straten,
Al beed'lend om een vriendenhart,
Doch menigmaal blijf ik verlaten...
In plaats van liefde vind ik smart.
Dat elke kus en elke streeling
In mijn geheugen staan gebrand
Waar 'k zocht de rust en zoete heling...
En daarvoor heb ik 't lijf verpand.
En in mijn som'bre, kille nachten
Glijdt elke levensdag voorbij...
Mijn dagen vol verlangen wachten,
Mijn nachten vaak een droef geschrei.
Steeds eenzaam sta ik nog in 't leven,
Want reine min en blijde vreugd,
Zocht ik langs enge kronkelwegen,
En niet in 't helle licht der jeugd.
Lo de Lombaerde.
|
|