Arsenaal. Jaargang 1(1945)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Immer dorstig... Een koele bron is in mijn hart ontsprongen, - een avond toen ik danste aan je zij - Je hebt van voog'len, liefd' en droom gezongen, - en in je oog een lach en soms een schrei -. Want nooit zoo frisch wist ik een oog bepereld, - en was 't een traan die langs je lippen liep?... Om al dit booz' en wrang' in deze wereld, waarin een God met lijf en ziel ons schiep? En slechts een avond moe aan jouwe zijde, een droom die plots in zijn vervulling trad. En nu nog altijd niet de gansch bevrijde, alsof een spaak weer doorbrak in het rad. [pagina 108] [p. 108] Zoodat ik nu je beeld uit mij wil wissen, je mond vergeten in deez' zandwoestijn. Er is zooveel uit mijn gepeins te glissen, maar immer dorstig zoek ik een fontein. R. Boeckaert. Vorige Volgende