meer verteerd. Het meerdere geld wordt niet altijd bsteed aan eten, maar veeleer aan luxe. Bijv. toen de geweermakerij nog te Maastricht was, verdienden de menschen, die daar werkten, veel geld. Dit bracht echter nog niet altijd geluk in die gezinnen. Er werden geen nuttige zaken voor gekocht, maar gouden voorwerpen, mooie kleeren, enz
8597 V. U zoudt dus meenen, dat het geluk der huisgezinnen klimt in omgekeerde reden tot de beschikbare inkomsten?
A. Ik houd het er voor dat, wanneer er veel verdiend wordt, niet altijd even nuttige zaken gekocht worden.
8598. V. Maar de gezinnen, waarover wij nu spreken, waar men de toevlucht nam en nog neemt tot het naar de fabriek zenden van kleine kinderen, zijn daar de inkomsten zoo ruim, dat hetgeen die kinderen daar inbrengen, een schadelijken invloed heeft?
A. Er zijn ook gezinnen, die dat geld kunnen gebruiken. Maar daar heeft men bijv. glasblazers, die 130 à 140 francs per maand verdienen. Deze kunnen zeer goed buiten de verdiensten van hunne kinderen beneden de 12 jaren.
‘De vraag naar andere werkkrachten ter vervanging van den verboden kinderarbeid.’ Hoe bedoelt gij dat?
8599. A. De vraag komt hierop neder, of door u waargenomen is, dat, in plaats van die niet meer toegelaten wordende jeugdige kinderen, grootere kinderen genomen zijn of misschien volwassen menschen, met het gevolg dat de vraag dáárnaar vermeerderd en wellicht het loon voor dezen gestegen is?
A. Zij zijn veel vervangen door boerenjongens die anders minder in de stad kwamen. Altijd heeft het wat invloed gehad. Er moeten ook soms grootere lieden gebruikt worden om die kinderen te vervangen.
Verder: ‘de invloed op de betrokken takken van nijverheid’. Daar heb ik door verstaan, dat zij hoogere loonen moesten geven.
8600. V. Als ge maar wilt meedeelen welke aanteekeningen gij gemaakt hebt en die voor de Commissie van belang kunnen zijn. Of zal ik u maar vragen doen? Dat kan tijd voor de Commissie besparen.
A. ‘Aard van den arbeid, duur van den arbeid ...’
8601. V. Ja, dat is de Schets; maar de vraag is: wat zijn uwe opmerkingen of mededeelingen? Dáár komt het op aan.
A. De aard van den arbeid. Dat is: de jongens van 12 jaar moeten de glaspijpen warmen.
8602. V. Nu zijn wij weer thuis bij de specialiteit, waar gij het opzicht over gehad hebt in de fabriek van Regout.
Ik geloof dat wij met u maar beter doen daarbij te blijven dan algemeene zaken te bespreken. Welk werk deden die jongens onder uw opzicht?
A. De kleine gamins van 12 jaren beginnen met de glaspijp te warmen, het glas af te kloppen en de vormen open en dicht te doen.
8603. V. Is dat een zwaar werk?
A. Wat zwaar voor jongens van 12 jaren.
8604. V Dus voor jongens van hoogeren leeftijd dan 12 jaren vindt gij dat werk niet te zwaar?
A. Juist.
8605. V. Welke opmerkingen hebt g verder à propos van het werken van jongens in de glasblazerij? Acht gij het nachtwerk voor jongens bedenkelijk?
A. Ik meen dat voor nachtwerk jongens jonger dan 14 jaren niet gebruikt moeten worden.
8606. V. Hebt gij wel ongelukkige invloeden gezien van het nachtwerk op de constitutie en het uiterlijk der jongens?
A. Ik weet daaromtrent geene bijzonderheden.
8607. V. Welke bijzonderheden en speciale feiten kunt gij dan toch wèl aan ons mededeelen?
A. Geene.
8608. V. Wij zijn op zeer stellige wijze gebracht in de meening - en daarom hebben wij de vrijheid genomen u op te roepen - dat gij eenige bijzondere, belangrijke feiten in verband met ons onderzoek hadt mede te deelen, en wij stelden er prijs op die dan te vernemen. Weet gij nu echter, zooals nu blijkt, hoegenaamd geene zulke feiten, dan doet het ons leed dat gij de reis hebt gemaakt. Die had dan achterwege kunnen blijven.
Gij weet dus geenerlei speciale feiten hoegenaamd te noemen?