Apollo's vastenavond-gift. Voorzien met de nieuwste en aangenaamste minne- harders- en bruylofs gezangen(ca. 1750)–Anoniem Apollo's Vastenavond-Gift. Voorzien met de Nieuwste en Aangenaamste Minne- Harders- en Bruylofs gezangen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Mey-gezang Stem: Bereyd u huys terstont. Een Meysje excellent. Zuyg zuyg klein kintje teer. 1.[regelnummer] AAnschouwt de Meye groen, Met bloemtjes schoon ontloken; Men ziet in dit saaysoen De beesjes uitgebroken: Die eertyds op de stal, Waren met ongeval, Die ziet men springen over al. 2.[regelnummer] Men ziet het gantsche Woud Vol heerelyke saken: Komt jonge lieden trouwt, En wild u gaan vermaken, Besteed nu uwen tyd, Terwyl dat gy hier zyt: En doet de deugt en vreugt met vlyt. 3.[regelnummer] De Zon die uit ons oog Geweken was na 't Zuiden Die klimt nu weer om hoog, Verquikt de groene kruiden; Alzoo dat men hier ziet Dat God ons gunste bied, Maar wy, eilaas! en agten 't niet. 4.[regelnummer] Het Korenryk gewaad, Vergroent de dorre dalen Het geen zeer lustig staat, Soo dat men niet ziet falen Van al dat God de Heer Gemaakt heeft t'zynder eer; Dies pryst zyn lof meer en meer. [pagina 85] [p. 85] 5.[regelnummer] De Boomen zyn omvat Met hare groene takken En laten 't jeugdig blad Tot by der aarde zakken, Als of het mede kent God die de Zegen zend, Zoo ziet men daar de vreugt omtrent. 6.[regelnummer] De Visschen kan men mee Van vreugden daar nauw temmen, Die in de woeste Zee Of binnen waters swemmen, Die ziet men nu ter tyd Met vrolyke jolyt, Nadien zy zyn van kouw bevryd. 7.[regelnummer] En voorders is 'er niet Op aarden schier te noemen, Dat God zyn zegen bied, Of 't gaat hem daar voor roemen: Maar wy wenschen onvroet Met opgeblasen moed En kennen nooit ons Schepper goet. 8.[regelnummer] Wel t'wyl het altemaal Zyn Schepper weet te vinden, Een yder na zyn taal Zyn tonge weet t'ontbinden: Zoo laat ons leggen of Ons zonden swaar en grof En spreken tot des Heeren lof Vorige Volgende