Apollo's vastenavond-gift. Voorzien met de nieuwste en aangenaamste minne- harders- en bruylofs gezangen(ca. 1750)–Anoniem Apollo's Vastenavond-Gift. Voorzien met de Nieuwste en Aangenaamste Minne- Harders- en Bruylofs gezangen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Bruylofs-gezang. Stem: Beroemt Breda gy Hooft stad van de Steden. Wat pocht en blaast gy Spaansche kroonb. Hendrikje lief die ik wel eer. KOmt zoete jeugt vlecht groene Lauwriere Ter eeren van dit nieuw gebonde paar, Laat uwen geest in reine vreugde cieren, En wenst nu veel geluk en heil aan haar, Die nu vereenigt zyn en wel te vreen: 't Hert nog versteenigt nu onlangs geleen, Verzacht hem door gebeen. [pagina 44] [p. 44] 2.[regelnummer] Hoe aangenaam zyn ook des bruylofs dagen Wanneer de Bruydegom volkomen ziet Zyn weerste pand, dat zy behagen, Hem trouwe gunst en wederminne biet: Want haare reden die op zyn gemoed, Wel eertyds deden, druk en tegenspoet: Zyn nu als honing zoet. 3.[regelnummer] Den winter koud vertoont haar sture winden Als eer ons komt de zoete Lenten aan, De strenge vorst die moet de stroomen binden Eer dat wy zien de bloemtjes open staan, Ook van gelyken schynt den echten staat: Die ons doet blyke hoe dat metter daat, Het goed komt na het quaad. 4.[regelnummer] Nu zal den druk en al het treurig wachten: Van u o Bruydegom zyn op een end, Nu gy u leet en pyne ziet verzagten, Ontfangt de blom van niemant oyt geschend, Ziet hoe de stralen van haar zoet gezigt: Staag op u daale als een snelle schigt, Vervolgens hare pligt. 5.[regelnummer] Haar roder mond gelyk de purper rozen, Die gy van duizent uitverkoren hebt, Haar wangen schoon die net en cierlyk blozen: Daar gy op heden u vermaak in schept: Zyn gantsch u eigen daarom wilt met vlyd, U tot haar neigen t'wijlje nu ter tyd: Van haar verwinnaar zyt. 6.[regelnummer] 't En is geen schat die haastig wordt verkregen, Of die men om veel gelden kaapen zou, Daar is al veel in dit geheim gelegen, Eer iemant voor hem krygt een echte vrouw, Door aardig vleyen en veel kusjens zoet, Die tusschen beyen streelen haar gemoed, Zoo komt men aan dat goed. 7.[regelnummer] Bedenkt het eens hoe gy wel menig werve [pagina 45] [p. 45] Op haar gelaad en schoonheid hebt gedacht, Die gy hier meugt tot u troost be-erven: 't Is reden dan dat gy 't oog weerdig acht, De zoete waren dienen dit gedaan, Zoo 'k zal verklaren luistert maar voortaan: Als gy 't wilt verstaan. 8.[regelnummer] En vrolyk hert haar stadig te bewyzen, Dat is het eerste dat ik hier van stel, En vorders dan haar deugden hoog te pryzen, Gelooft het vry dat past de mannen wel: Maar daar en tegen nors en stuers gebaar, Verwind den zegen nimmermeer voorwaar: Ontrent het echte paar 9.[regelnummer] En boven dien of schoon haar jeugdig leven Niet wezen zou gelyk het was voorheen, Dat zy verwelkt, zoud gy haar dan begeven, Neen dat en is de plicht niet zo ik meen: Daar op wy letten, schoon den ouderdom: Haar komt besmetten, zy is uwen rom: En by u wellekom. 10.[regelnummer] Wel aan dan die u heden gaat verbinden, Maakt datje staag op deze zaken let, 'k Weet datje nooit zult veel bequamer vinden: Als 't geen ik hier u stelle tot een wet, Dat echte liede, over weder zy, Haar gunste bieden, want gelooft het vry, Daar is den zegen by. 11.[regelnummer] 't Za lustig dan beminde speelgenoten, Bedryft nu vreugt het mag'er op bestaan. En wilt de wyn niet met de voet omstooten, Grypt slechs de Roomers en Fluiten aan: 't En is geen schande dat wy drinken om: Ter eere van de weerde Bruidegom, Met zyn beminde Blom. Vorige Volgende