Apollo's nieuwe-jaers-gift. Aen het bekoorlyke Hollandsche jufferschap. Deel 1(1745)–Anoniem Apollos Nieuwe-Jaers-Gift. Aen Het Bekoorlyke Hollandsche Jufferschap.– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 21] [p. 21] [Ik ban de Vryheid uyt myn zinnen] Stem: Hier heeft myn Rozemond bescheiden. 1. IK ban de Vryheid uyt myn zinnen. En Dompel z'in heur naeren nacht, Als Amaril, my weer wil minnen, En horen, naer myn Minneklagt. 2. 'k Zal al des Werelds schatten laten, Als Amaril met haren mond, (Veel zoeter dan de Honingraten,) Wil balsemen myn minne Wond. 3. Geen goud zal ooid myn zinnen stelen, Geen schat beheerschen myn gemoed, Als ik myn Amaril mag strelen, En zy gestaeg myn liefde Voed. 4. Wie zou dog niet van liefde branden? Wie zwymde niet van 't groot vermaek? Die op haer lipjes eens mogt stranden, En Roosjes plukken van haer kaek. 5. Maer heeft de Minne God beschoren, Dat ik die frisse bloemen pluk, Ben ik tot dat geluk geboren, ô Min wat Overgroot gelukt! [pagina 22] [p. 22] 6. Dan zal ik met gevouwen handen, U jarelyks, en keer op keer, Twee Hagelwitte Duyve branden, ô Minne God, tot uwer Eer. Vorige Volgende