Apollo's St. Nicolaas-gift aan Minerva
(1741)–Anoniem Apollo's St. Nicolaas-gift aan Minerva– Auteursrechtvrij
[pagina 59]
| |
2.
Min ontsteekt een Hert vol gloed,
En geeft moed
Aan de bloodste van de Menschen,
Jonk en Oud gevoeld de vlam,
Die eerst van de Goden kwam;
Wie zou dan de Min verwenschen?
3.
Venus die ontfonkte Mars,
Zelfs hoe bars,
Hy moest voor de Liefde buygen,
Zonder 't zoete Venus-kind,
Die de koelste Herten bind,
Viel de Weereld gantsch in duygen.
4.
Waar is nu myn Engelin,
Die ik Min?
Waar mag 't poezele Meysje wezen?
Die op Venus Ledikant
Blussen zal myn Minne-brand,
Als de schoonste plag voor dezen.
5.
Ag daar komt dat Troetel-dier,
't Oog vol Vier,
'k Voel myn koude Boezem blaken,
Gy zult dezen Nagt gerust
Smaken zoete Minne-lust,
Als wy aan het strelen raken.
6.
Dartel-boeltje gaat te rust,
| |
[pagina 60]
| |
Want myn lust
Werd geperst door groot verlangen:
Gy zult my als een piloot
Haast zien varen in u Schoot,
En daar volle Vreugd ontfangen.
|
|