Apollo's kermis-gift aan de Haagsche vermaaksgesinde jeugd. Deel 2
(1750)–Anoniem Apollo's kermis-gift– AuteursrechtvrijStem:
| |
[pagina 119]
| |
Door de tedere haartjes door;
2. 'k Wilje' 'k wilje toch niet kussen,
Wreeder dan de wreede Russen,
Harder dan Migdonisch steen:
Die al lachende myn klagten,
In den wint sloeg; en veragten
Kom myn zuchtjes en gebeen.
3. Die my moord met flaautjes weig'ren
Als ik voel myn lusjes steig'ren;
Die myn opgekrabde wond,
Door uw stuursheid als gealsemt
En gealoueët, weer balsemt
Met den Nectar van uw mond.
4. Weg, gy stoute, ik wil je haten!
'k Neem 't nu voor en 't kussen laten;
Weg, gy harde, ik ben u moe:
Kus een ander, die zyn lusjes
Voeden wil met uwe kusjes,
Hou dien vry uw bekje toe.
5. Vlucht niet, Lief, ik wil u kussen,
Molliger dan geile Mussen,
Zagter dan het Zwanendons:
Geefze my en niet een ander:
Vlucht niet Engel ik verander.
ach! die kusjes hooren ons.
|
|