Apollo's kermis-gift aan de Haagsche vermaaksgesinde jeugd. Deel 2
(1750)–Anoniem Apollo's kermis-gift– Auteursrechtvrij
[pagina 42]
| |
Stem: Hoe schoon ligt ons &c.DE misdaad, die my bragt hier in,
Is, dat ik Laura teer bemin.
Myn Regter is myn Vader.
Vind dit geval wel weder gaa.
Waar toch verwagt men meer genaa,
Wat regter is'er quader,
Heeft hy,, Dan my
Zonder Liefde, Die hem griefde,
Ongenegen. Tot syn lieven Zoon verkregen
2. Nogtans zoo beef en vrees ik al,
Dat glory hem misleiden zal:
En wie regeert zyn zinnen?
Wanneer een schoonheid ons verrast
En dwingt ons met haar oogen vast
Haar, boven al, te minnen.
Ik smeek,, Ey breek
Uwen tooren. Wild my hooren.
Myn gebeden Steunen op natuur en reden.
|
|