Apollo's kermis-gift aan de Amsterdamsche Juffers. Derde deel
(1746)–Anoniem Apollo's kermis-gift– Auteursrechtvrij
[pagina 119]
| |
Wyze: Laura.1.
Even als een Schip in Zee
Met het woeden van de Baren
Kantend', in een stille Ree,
Komt uyt vaar gevaar gevaren,
Even gaat het de Minneparen,
Die na lang genoten pyn,
Van Mins ongestuyme vlagen,
Zugten, Steenen, Karmen, Klagen,
Eenmaal Overwinnaars zyn.
2.
Kloriaan! ik houw' voor vast
't Woelt nog vars in uw' gedagten
Wat voor storremen de Mast
Van uw Minne-Kiel, met kragten,
Vaak, in Liefdens duist're nagten
Overweldigen, zo dat
Zonder 't Anker uyt te ryken,
En uw' volle Zeyl te stryken
Gy geen klaar gevaar en had!
3.
Maar gy zyt uyt al 't gevaar
Nu gelukkig aangekomen
| |
[pagina 120]
| |
In een stille Ree, alwaar
Gy in zoete Waterstromen
Weeldens-Teugel moogt onttonen;
Schiet uw Jeukkerig Peil-loot,
Wyl de Min u zalig teelde
Door een vloet van Minne weelde
Na de grond van Dinaas Schoot.
|
|