Apollo's kermis-gift aan de Amsterdamsche Juffers. Derde deel
(1746)–Anoniem Apollo's kermis-gift– AuteursrechtvrijWyze: Ik breng u op een dronkje.1.
ZA wakker noble bazen,
Beminnaars van de glazen,
En van de Franse Wyn, bis.
Vat lustig de Boutelje,
En speelt daar mee revelje, bis.
Daar moet gedronken zyn. bis.
2.
Laat ons te zamen klinken!
'k Zal uw gezondheid drinken,
Charmante Meesteres, bis.
Nu spoey ik het naar binnen,
Ha dat verheugt myn zinnen,
Geliefde Zielvoogdes. bis.
| |
[pagina 39]
| |
3.
Wel zoete lieve Zusje,
Mag ik nu wel een kusje,
Van uw vergoode Mond? bis.
Dan ryd myn hert op stelten,
Dat zweer ik by zint felten,
En heelt myn diepe wond. bis.
4.
Gants bloed dat kusje smaaktme
Inwendig, en het raaktme,
Tot 't centrum van myn hert; bis.
Wat zyn de schoone lippen,
Al steyle Minneklippen,
Daar m'opgesmeten werd. bis.
5.
Liefhebbers, die t wel meugen,
Kom proef nog eens de teugen,
Van Bacchus onzen Vrind. bis.
Wy zullen nu eens trooyen,
En tonen door ons pooyen,
Hoe dat hy werd bemind. bis.
6.
Ey zie, zy geeft m'een lonkje,
Dat 's beter als een dronkje,
Kom hou dan bekje by; bis.
Laat vry die wil nu drinken,
Ik lach met al het klinken,
En voeg me tot gevrey. bis.
|
|