Apollo's kermis-gift aan de Amsterdamsche Juffers. Derde deel(1746)–Anoniem Apollo's kermis-gift– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Hier in heb ik vergenoegen. 1. HEt gure Jaar-gety, maakt plaats voor betere dagen: Dat dor, en dood scheen leeft, en zal haast vreugde dragen, Wat geeft dit aan het hert, een aangename vreugt, Wanneer het Aardryk groend, en toond een frisse jeugt. 2. Het blyft slegts by geen Blad, of Bloem, of groene spruyten, Het koude Maagden hert moet voor de Min ontsluyten; Dat Minne-vuur, dat elk verwarmd, verkwikt, en stooft [pagina 20] [p. 20] Viel in 't Maagden hert, die nu haar Lief gelooft. 3. Zy houd zyn woorden tans, niet meer voor Minne klugten; Ze erkend zyn Liefd' en Trouw: zyn klagten, en zyn zugten Beantwoord zy op 't laast, met zuyvere weder Min, En geeft Hem hand, en hert: dat hert daar leeft Hy in. Vorige Volgende