Antilliaanse Cahiers. Jaargang 3(1957-1959)– [tijdschrift] Antilliaanse Cahiers– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] Frans de Vries Overeenkomst onuitsprekelijk leed over de mensheid wild gebarend zetten zij zich neer woede - protest - schaamte - onmacht bannen zij uit de gesel die hun het geweten verkracht waarheid achter woorden schuil holle frasen schoon geklonken vreedzame beslechting en beveiliging van onze geslachten zij vandaag zich nog redeloos bezinnen openlijke hoon der gedachten vergeefs - de krachten verspild de woorden de leuzen dansen triomf het valse papieren leven vol bedrog van schijn en goede sier de wilde gebaren zijn gebleven in boze vreugde om het spel van geluk onbekommerd dat de dodelijk bedreigden huiverend versagen door de fantomen afgewend door de mens begeerd [pagina 56] [p. 56] Massa de gillende fluit ze komen de poort uitgedrongen omhuld door warm zweten in brede drommen beelden de huizenblokken aaneengerijd het rinkelend verkeer in stoploze drang als slaven gaan zij heen vergeten leven en stof dooreengesmeten doelloos oog en lot op niets gericht slechts één het hoofd heft tot klaar gezang van vogel verdwaald op dorre tak door kwijnende twijfel moe gezwicht hij keert op zijn tred naar lang gedachte verten zonder moed nu de schouders bevrijd een nieuw mens geboren waar de zonde zo anders is [pagina 57] [p. 57] Zijn de vruchten die neerhangen zwaar van sap zij blijven niet de bebloede zon in de lage verte onze gedachten verstrooit in een wazige leegte tot de stille schemermijmering door ongeziene schichten die duisternis doorkruisen ons wekt tot het leven van het zijn de vruchten die neerhangen - zij blijven. [pagina 58] [p. 58] Liefde jubelend ons wezen doorgloeid het bloed gestuwd met grote kracht door de adren van het verleden gezuiverd van zuchtende leegte gebracht berustend in onbestemde zorgen het raadsel aan de dag getreden geen geheimenis meer morgen met treden de weg verkennen naar de eindeloze ruimte die het leven de adem geeft [pagina 59] [p. 59] Ramp ik houd in mijn hand de brokken zij passen niet meer in bruut geweld vaneengereten waar is de moed nu opnieuw voor gevecht om behoud als bezeten der kinderen wijsheid is de domme macht die martelaar verheft tot held geef een beeld - zo ik vergete de gedachte die mij kwelt lig ik in aanbidding terneer voor het offer van uw bloed in eensgezindheid stromend vergoten gij allen zonder beeld ook Vorige Volgende