Antilliaanse Cahiers. Jaargang 3(1957-1959)– [tijdschrift] Antilliaanse Cahiers– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] XXXI Naar de vrouwen Stoet die mij volgt naar de geheimenissen van dit donker woud; naar de sluimerende moerassen en de tere waters; stoet die meent door uw schitterende blankheid licht te werpen op de duisternis rondom - stoet die zegt dat liefde schoon is en verheven. maar duizendmaal en duizendmaal op hete liefde trapt - vat mijn hand en ik leid u naar de vrouwen. waar gij blankheid zult ontdekken en licht. en licht. en licht van liefde en liefde. en licht van liefde. Vorige Volgende