Antilliaanse Cahiers. Jaargang 3(1957-1959)– [tijdschrift] Antilliaanse Cahiers– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] IX Eenzaamheid was het geluk van deze wilde mensen. duisternis hun graf. en ziet ge, waar het water walst naar duisternis; uit dorst de bomen buigen naar de pappige moerassen.... daar leefden zij. toen kwamen met lawaai en ogen wilder dan gorilla's ogen, anderen. en graaiden en handen ontvoerden mensen en planten naar veel witter wouden. naar hel-verlichte steden. maar de witte steden zijn voor de negerman te hél. daar kan een kinderhart, kunnen kinderbloemen niet gedijen, tenzij ze niet zo eenzaam zijn. Vorige Volgende