Antilliaanse Cahiers. Jaargang 3(1957-1959)– [tijdschrift] Antilliaanse Cahiers– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] VIII Het negerhart begeert, gelijk het hart van alle primitieven die op hem gelijken geen grens te overschrijden. het negerhart verlangt alleen het donker licht van eenvoud, de morgen en de avond, op de paden van zijn woud. de neger zoekt geen goud; enkel spiegels, enkel kralen voor zijn korven en zijn hut. is de wereld niet zo groot, is er van alles niet zo veel? waarom geen goud en zilver aan de een en kraal en spiegel aan de ander man gelaten? waarom zowel het goud, alsook het zilver, de spiegel en de kraal, voor een alleen? Vorige Volgende