Antilliaanse Cahiers. Jaargang 3(1957-1959)– [tijdschrift] Antilliaanse Cahiers– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 6] [p. 6] IV De negers vieren feest, met fakkels en flambouw. kokosnoten hangen zwaar aan ijle palmen. en dansen mee als d'alleroudste zonde. uit Noe's naakt, uit Noe's druivenschuld verschijnt nu Cham. en lacht van druivensap nog grillig-dronken. negers hebben witte tanden. negers hebben zwarte handen. ze lachen grijnzend als ze feesten. maar zelfs hun lachen lijkt op wenen. Vorige Volgende