Antilliaanse Cahiers. Jaargang 1-2(1955-1956)– [tijdschrift] Antilliaanse Cahiers– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 102] [p. 102] Leguanenjacht In de laaiende ruimtelijkheid van een hete dromen-dag staart het lelijk beestje voor zich uit van de rotsen naar de horizon versteende lore van het volk Het zwarte zwoegen van de mieren is in hem verstard de ogen branden blind hij steekt vooruit en houdt zich vast aan de stenen Blanke blote vissers sluipen daar beneden hij is blind, verroert zich niet lange magere vingers naderen zwarte ogen blinken ingespannen driften van genot haast roerloze beweging naar de buit [pagina 103] [p. 103] Het dondert op hem neer in deze vreemde pezen is hij verrast hij krimpt ineen instincten van het dier en de jager klampt zich stevig vast en rukt de stenen mee hij zwemt in de zon De mieren hebben zich verbaasd verspreid de rots is nu beweging kwijt het dier kwam niet terug de klauwen drogen in de zon Vorige Volgende