Antilliaanse Cahiers. Jaargang 1-2(1955-1956)– [tijdschrift] Antilliaanse Cahiers– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 97] [p. 97] Eerste sneeuw In de natte straten wordt de tijd niet aangekondigd door de torenklokken wanneer het erg laat is De avond kleeft aan ruiten en kleren regen dempt de stappen in de stegen van de grote stad Mensen dwalen er niet meer late lichten zijn vergeefs de wapens van het kind Heel voorzichtig valt de eerste vlok en roept dan al de andere witte strepen langs de vensters Ze zijn nog niet betrapt en vliegen naar beneden In de spiegel van het licht zijn zij de stralen van daarboven schroom en teer is de grond zo schoon bevlekt In jubelende wandelpaden wrede vuile krassen in het spel dat 's avonds lief begon is nu de mens gekomen Vorige Volgende