7,7 |
De een wrong zijn handen, de ander trok zijn haar uit (als uitingen van rouw) |
8,4 |
ontfaet: ontvangt |
8,6 |
een ander verwecken: een ander dezelfde geest ingeven |
9,3 |
Wassenaer: (Jan ii van Wassenaar, diende lange tijd in het leger van Karel v en was in 1523 in Friesland omgekomen) |
9,7 |
int openbaer: dat is evident |
Pavien, Melanen, Venetië, heel Ytalien, zelfs Roomen: Charles de Bourbon heeft als hoogste legeraanvoerder van Keizer Karel in Italië belangrijke overwinningen behaald. In dit land hebben de Franse koning Frans i en Keizer Karel verbeten strijd gevoerd, vooral in het tweede decennium van de zestiende eeuw. De steden en territoria in Italië waren voor Frans i een aantrekkelijke prooi: zij waren welvarend en behoorden eigenlijk alleen nog in naam tot het Duitse Keizerrijk en waren dus makkelijk tot opstand tegen de Keizer te bewegen. Bij de beroemde slag bij Pavia (op 24 februari 1525) hadden de Bourgondiërs een doorslaggevende overwinning geboekt: Frans i was gevangengenomen (zie strofe 2) en hij moest verklaren af te zien van zijn aanspraken op Milaan, Genua en Asti. Kort daarop, in 1526, liet hij echter weten zich niet gebonden te voelen aan deze onder druk gemaakte beloften en sloot hij een coalitie met paus Clemens vii en de steden Milaan, Florence en Venetië tegen de Keizer, waarop nieuwe vijandigheden volgden (strofe 3). De belegering van Rome was hier een uitvloeisel van.
Charles de Bourbon, een Franse edelman die in 1523 naar Karel was overgelopen, stond aan het hoofd van een leger huursoldaten die al te lang geen loon hadden gezien. Hun was een beloning uit Rome in het vooruitzicht gesteld: men was van plan om de paus tot subsidie te dwingen. De huursoldaten waren echter niet meer in toom te houden en bestormden de stad op 6 mei 1527; daarbij werd Bourbon dodelijk getroffen (4,3-6). De huursoldaten drongen de stad binnen, gingen over tot een zeer uitgebreide plundering en dwongen paus Clemens vii te vluchten.
Het lied vertelt over het conflict in Italië vanuit het perspectief van een trouwe, moedige legeraanvoerder en zijn soldaten. De structuur volgt het patroon van andere dergelijke afscheidsliederen (zie al 125, 126, 184, 187), al is het, interessant genoeg, het enige lied waarin een man degene is die afscheid neemt: elders gaat het steeds om vorstinnen. Na een inleidende strofe komt de stervende zelf aan het woord (strofe 2-6); als afronding wordt het grote verdriet over het overlijden beschreven (strofe 7-9). De dichter laat Bourbon zelf de hoogtepunten van zijn korte carrière als bevelhebber opsommen. Bourbon zegt niet alleen Karel vaarwel (strofe 5), maar ook de legeraanvoerders Joris van Saksen (6,2) en de onderkoning van Napels