Ten geleide
Het Meertens Instituut bewaart een brief die de Duitse geleerde Johannes Koepp in 1935 aan Dirk Bax schreef. Koepp was zelf in 1928 gepromoveerd op een studie over het Antwerps Liedboek en schreef nu (in het Duits) aan zijn jongere vakgenoot, die op zijn beurt het liedboek bestudeerde: ‘Het is thans al zeven jaar geleden, dat ik mijn studie over het al afgesloten heb. Maar nog altijd ben ik eraan gehecht met alle vezels van mijn hart. Al ons weten is slechts stukwerk. Ik zal zeker veel over het hoofd gezien hebben, daarom verheugt het mij dat nu een ander aan hetzelfde werk begint (...). Mag het u vergund zijn, ook de allerlaatste bouwsteen aan uw werk toe te voegen’. Deze hartelijke wens is niet uitgekomen: om onbekende redenen heeft Bax na zes jaar zijn werk aan dit project opgegeven.
Aan de onderhavige editie hebben wij wel een laatste steen toe kunnen voegen, niet in de laatste plaats doordat we er niet als eenling, maar met vijf personen aan werkten. We beseffen ten volle dat ook met deze uitgave het laatste woord over het Antwerps Liedboek niet gezegd kan worden, en hopen op onze beurt dat dit boek anderen zal inspireren om zich in deze boeiende materie te verdiepen: heel wat liederen zijn, ook in wetenschappelijke kring, nog maar nauwelijks bekend, en ook de meer bekende liederen zijn maar al te vaak nog door raadsels omgeven. Bij het schrijven hebben we steeds geprobeerd om het plezier navoelbaar te maken waarmee de liedjes indertijd gezongen zullen zijn: ook nu nog kunnen ze, net als in 1544, droefheyt ende melancolie verdrijven.
Bij ons werk hebben we van velen hulp mogen ontvangen, zowel van personen als van instanties. Door zijn vroegtijdig overlijden heeft Kees Vellekoop minder aan de totstandkoming van deze editie kunnen bijdragen dan hij zou hebben gewild. Paul Wackers heeft het project geïnitieerd en ons dikwijls letterlijk met raad en daad terzijde gestaan. Ingrid Biesheuvel heeft het diplomatisch afschrift dat aan deze editie ten grondslag ligt aan een laatste controle onderworpen. Simon Groot heeft gezorgd voor de elektronische verwerking van de muzieknotatie en deze ook kritisch bekeken. Martine de Bruin heeft verschillende waardevolle voorstellen ter verbetering van het typoscript gedaan. Gerard Nijsten was bereid ons commentaar op de histo-