Het Antwerps Liedboek. 87 Melodieën uit 'Een schoon liedekens-boeck' van 1544. Deel 2. Commentaar

[p. 86]

57 Met luste willen wi singhen
AL CXV

Lit.: FvD II, p. 1549; MM, p. 30.

Bronnen:
Sl 141 Na de wise Met lusten willen wij singhen/ende louen dat Roomsche rijck.

Ick riep tot mi - nen Hee - re Met mijn -
der stem-men claer En ic met al-len see - re
Heb ghe-be-den mijn Heer voer-waer Ick mijn ghebet
voer hem wt ghiet Mijn druc/ en mi - nen
zee - re Hem ver-tel ick soot is ghe - schiet.

¹⁾

Eccl., p. 40. Het XVI. Liedeken, opde wijse, Hoort toe ghy menschen op des aerden.

Deze tekst, eveneens een contrafact, werd volgens ‘Veelderhande liedekens’ van 1599 (p. 116) gezongen op ‘Met vreuchden willen wy singhen // end' loven dat Roomsche rijck’. Dit lied zelf is mogelijk weer een contrafact van AL CIX (‘Met luste willen wi singhen / Schoon lief al bider hant’) dat terug gaat op een gebeurtenis uit 1450; hierdoorheen speelt ook het geestelijke lied (contrafact?) van frater Johannes Brugman:

1) Emendatie: slot niet g maar f.

[p. 87]

‘Met vroechden laet ons singhen ende louen die triniteit’ (Hs Berlijn MG 8^o 190, fol. 115v-117v; ook in Hs Berlijn MG 8^o 185, p. 144-147; FvD III, p. 2405-2408).

Eccl.:

Al met ge - wel - di - ge seer crach - tich/ en
twist niet hebt ghy ver - stant
Noch rij - cke hier van goe-de mach - tich/ so
valt ghy niet in heur hant
Want ve - le
wort - er hier in dit landt// Be - dro - ghen
deur sil- uer en - de gout//tbeweecht oock wel co - nin -
gen vail- lant//Daer-om sy v twist niet me - nich- -
fout/ en draecht tot heu - ren vie - re geen hout.