man van je houdt je voor de gek dat hij directeur is van WAC. WAC betekent niets anders dan Walking About Company.’
‘Wat is dat?’ vroeg Ma Akoeba.
‘Wel’, zei Uil, ‘hier en daar lanterfanten en niks uitvoeren, waardoor de verleiding om in slecht gezelschap te geraken groot is.’ Ma Akoeba schrok.
‘Ooh, dat is het dus. Wel, als hij thuiskomt zal hij kennismaken met de vrouw van de eigenaar van WAC.’ En Ma Akoeba liep met een verbeten gezicht naar huis. ‘Ik zal hem een les leren die hij nooit meer zal vergeten. Hij zal nooit meer jokken.’
Anansi kwam thuis met aktetas en das.
‘Zo vrouwtje, ik ben er.’
Ma Akoeba deed alsof haar neus bloedde, groette beleefd en vroeg: ‘Hoe heb je vandaag gewerkt?’
‘Leuk’, zei Anansi, ‘heel leuk. Alles is prima verlopen.’
Ma Akoeba kookte van binnen. Zo kwaad was ze op Anansi, omdat hij zat te liegen. Ze liep naar de keuken, pakte een pan en begon Anansi ermee te slaan, alsof ze gek was. Anansi schreeuwde en dekte de slagen die hij kreeg met zijn handen af.
‘Ma Akoeba, wat heb ik gedaan?’ schreeuwde hij. Maar Ma Akoeba hoorde het niet en sloeg maar door.